Google Workspace – Google MyMaps

Als leraar moet je niet enkel digitaal competent zijn in het gebruiken van leertechnologieën en digitale toepassingen om je lessen te verbeteren. Het gaat ook om het volgende:

• Je kan technologie gebruiken om te communiceren over je lespraktijk met collega’s, leerlingen of cursisten, ouders en anderen. Je leert bij om je lesgeven te verbeteren.
• De vernieuwingen in je school en het beroep van leraar.

Voor jou als leerkracht bestaan heel veel nuttige digitale hulpmiddelen die je kan gebruiken bij het lesgeven. Het is belangrijk dat je de vele mogelijkheden leert kennen. Zo leer je

• Welke leermiddelen best passen bij jouw manier van lesgeven;
• Snel de leermiddelen te vinden die passen bij je leerdoel en je doelgroep;
• Structuur te brengen in alles wat voor jou interessant en bruikbaar is;
• Dingen toe te voegen of aan te passen aan bestaand materiaal;
• Zelf digitaal materiaal te maken dat je kan helpen bij het lesgeven.

Voor jou als leraar is lesgeven het belangrijkst. Digitale technologieën kunnen jouw lessen op veel verschillende manieren ondersteunen en verbeteren. Zowel voor, tijdens als na het lesgeven bieden digitale technologieën heel wat mogelijkheden.  

Digitale technologieën hebben het meest effect als ze ingezet worden

• om leerlingen of cursisten te begeleiden;
• om het leren via samenwerken te stimuleren;
• om leerlingen of cursisten aan te zetten tot zelfsturend leren.

Ben je op zoek naar mogelijkheden om je pedagogisch-didactische aanpak te ondersteunen met behulp van leertechnologieën? Of wil je de betrokkenheid van jouw leerlingen vergroten?

Gebruik digitale technologieën bijvoorbeeld om:

• Een onderwerp te verkennen;
• Te experimenteren met verschillende mogelijkheden of oplossingen;
• Relaties te begrijpen;
• Creatieve oplossingen te bedenken;
• Te reflecteren over gevonden oplossingen.

Niet enkel jij als leerkracht, maar ook je leerlingen of cursisten moeten digitaal competent zijn en over de nodige 21-eeuwse vaardigheden beschikken. Jij als leraar moet dus in staat zijn om de volgende vijf digitale competenties over te brengen op de leerlingen of cursisten.